1) Landkreits in het pruisisch regeeringsdistrict Lüneburg, ruim 790 km.2 groot, in 1900: 48.805 inw., in 82 landgemeenten.
2) Stad, stadskreits en hoofdplaats van den landkreits in het pruisisch regeeringsdistrict Lüneburg, 10 km. z. van Hamburg, links aan den tot hier bevaarbaren linkerarm der Elbe (Zuider-Elbe), waarover hier een 625 meter lange spoorbrug ligt, benevens een 600 meter lange brug voor voetgangers (1899 voor het verkeer opengesteld), aan de spoorlijnen Hamburg—Bremen, Hamburg—Lehrte en Hamburg—Cuxhaven, telde in 1900: 49.153 inw.; twee gymnasia, allerlei industrie, handel, ruime haven (nog niet geheel voltooid); aan de Elbe een voorheen bevestigd kasteel, dat van 1524—1642 de residentie was van de Harburger linie van het huis Lüneburg.
3) Stad in het ambt Donauwörth van het beiersch regeeringsdistrict Schwaben, in 1900: 1288 inw.; kalksteengroeven, kalkbranderijen, aardewerkfabrieken.