Gepubliceerd op 28-02-2021

Hans christian oersted

betekenis & definitie

natuurkundige, broeder van den vorige, in 1777 te Rudkjöbing geb. werd in 1799 doctor in de wijsbegeerte te Kopenhagen en in 1800 adjunct bij de medische faculteit. Zijn omgang met Oehlenschlager wekte bij hem levendige belangstelling in de schoone letteren.

Na van 1801—3 Holland en andere landen van Europa bezocht te hebben, werd hij, bij zijn terugkeer, in 1806 benoemd tot hoogleeraar in de natuurkunde. In 1829 werd hij directeur der polytechnische school te Kopenhagen, die op zijn aansporing was opgericht. Hij stierf in 1851. Reeds in het begin dezer eeuw had O. door deelneming aan de onderzoekingen naar de kolom van Volta en door meerdere ontdekkingen zich een gunstigen naam onder de natuuronderzoekers verworven, maar vooral is. hij beroemd geworden door de ontdekking, die hij in 1819 omtrent het electro-magnetisme deed en welke hij publiceerde in Experimenta circa effectum conflictus eleetrici in acum magneticam (Kopenh. 1820). Van zijn overigen chemischen en physischen arbeid gaf hij verslag in Poggendorffs „Annalen”. Bovendien was het reeds spoedig het streven van O. om de vruchten van zijn studie in ruimen kring toegankelijk te maken.

Daartoe hield hij mondelinge voordrachten en schreef een tal van populaire werken, die in en buiten zijn vaderland grooten bijval vonden. Deze kenmerken zich door boeienden stijl, dichterlijke kleur en godsdienstzin.

< >