Gepubliceerd op 17-02-2021

Hall (duitschland)

betekenis & definitie

1) Ambt van den württembergschen Jagstkreits, 334¾ km.2 groot, in 1900: 29.165 inw., in 3 steden en 25 landgemeenten.

2) H., of Schwabisch-Hall, hoofdplaats van het ambt H., 75 km. n.o. van Stuttgart, in een diep dal ter weerszijden van de rivier Kocher, aan de spoorlijnen Crailsheim—Heilbronn en Stuttgart—H. (80 km.), telde 1900: 9225 inw., heeft een ouderwetsch voorkomen; gymnasium, saline, allerlei industrie.

< >