Gepubliceerd op 17-02-2021

Gustav hartenstein

betekenis & definitie

duitsch philosoof, geb. 18 Maart 1808 te Plauen, werd in 1836 hoogleeraar te Leipzig, ging in 1859 naar Jena, en overl. hier 2 Febr. 1890d H., een aanhanger van Herbart, gaf in het licht: Die Probleme und Grundlehren der allgemeinen Metaphysik (Leipz. 1836), Die Grundbegriffe der ethischen Wissenschaften (ald. 1844), Feber die neuesten Darstellungen und Beurteilungen der Herbartschen Philosophie (ald. 1838), De ethices a Schleiermachero propositae fundamenta (1837), lieber Leibniz’ Lehre von dem Verhältnis der Monaden zur Körperwelt (in de verzameling zijner „Histor.-philos. Abhandlungen”, 1870), Darstellung der Bechtsphilosophie des Hugo Grotius (1850), Heber den wissenschaftlichen Wert der Aristotelischen Ethik (1859), Leber Lockes Lehre von der menschlichen Erkenntnis in Vergleichung mit Leibniz’ Kritik derselben (Leipz. 1861), verder volledige uitgaven van de werken van Kant en Herbart.

< >