Gepubliceerd op 20-01-2021

Gustav droysen

betekenis & definitie

Duitsch geschiedschrijver, zoon van den vorige, geb. 10 April 1838 te Berlijn, studeerde te Jena, Berlijn en Göttingen, werd in 1872 hoogleeraar in de geschiedenis te Halle ; hij schreef : Gustav Adolf (1870), Bernhard von Weimar (1885), Das Zeitalter des Dreiszigjährig en Krieges (in Oncken’s „Allgemeiner Geschichte in Einzeldarstëllungen”, Berlijn 1887 v. v.), enz.; ook bewerkte hij een handatlas der algemeene geschiedenis.

< >