een der oudste en rijkste adellijke belg. geslachten, dat vooral bij de omwenteling van 1830 een groote rol heeft gespeeld.
Philippe Felix Balthasar Otto Ghislain, graaf de M., in 1791 geb., nam een werkzaam aandeel aan de omwenteling en was lid van het voorloopig bestuur. In 1831 werd hij benoemd tot minister zonder portefeuille en stond van 15 Maart tot 20 Mei 1832 als minister ad interim aan het hoofd van het depart. van oorlog. Na dien tijd nam hij alleen als lid der Kamer deel aan de staatsaangelegenheden en toonde zich in deze een ijverig aanhanger der kath. partij. Hij overl. in 1857.
Zijn broeder Louis Fred. Ghislain, geb. in 1792, nam deel aan den revolutieoorlog en overl. in 1830 aan een wonde, die hij voor Antwerpen bekomen had.
Fred. Xavier Ghislain, graaf de M., jongere zoon van graaf Felix, geb. in 1820, diende als luitenant bij een belg. regiment grenadiers, trad in 1847 in den geestelijken stand en werd eenige jaren later geheim kamerheer van den paus. In 1860 werd hij minister van oorlog ad interim van den roomschen stoel. Na den val zijner partij, tengevolge der conventie van 1864, nam hij in 1865 ontslag. In 1866 werd hij pauselijk aalmoezenier en bisschop van Mytilene in partibus; hij overl. 11 Juli 1874 te Rome.
Het tegenwoordige hoofd der familie is Henri Charles Maria Ghislain, geb. 28 Dec. 1856, lid der belgische Kamer van afgevaardigden, van Nov. 1892 tot Juni 1895 minister van buitenl. zaken.
