duitsch geschiedschrijver en publicist, 1743 in de Opper-Lausitz geb., 1770 hoogleeraar bij de philosophische faculteit te Helmsbedt. Hij koos nu de geschiedenis en de statistiek tot zijn hoofdvakken.
Maria Theresia verhief hem in den adelstand , wegens zijne Biographie Kaiser KarVs VI (Hallo 1776). In 1780 trad hij in dienst der deensche regeering, die hem op het verschijnen van zijn geschrift Uher das königl. dan. Indigenatrecht (Hamb. 1779) een hoog ambt had aangeboden, ’t Jaar daarop begon hij het Polit. Journal uit te geven, waaraan hij zich tot zijn dood, in 1804, wijdde. Door de wijze, waarop hij hierin de gebeurtenissen van den dag behandelde-, is dit blad -een bron voor de geschiedenis geworden. Tot zijn voornaamste geschriften behooren nog: Biographien der Deutschen (6 dln., Halle 1771—74), Ephemerides literariae Helmstadienses (5 dln., Helmstedt 1770—73) enz.