Gepubliceerd op 23-02-2021

Gotthilf aug. von maltitz

betekenis & definitie

(vrijheer) duitsch dichter, in 1794 te Königsberg in Pruisen geb. Na een reis door Italië, vestigde hij zich te Berlijn, waar hij zich door zijn geschriften en staatkundig liberalisme bekend maakte.

In 1828 werd hij wegens zijn drama Der alte Student, waarin hij zich te gunstig voor Polen uitliet, uit Berlijn verbannen, begaf zich naar Hamburg, ging na de Juli-revolutie in 1830 naar Parijs, maar vestigde zich in 1831 te Dresden, waar hij in 1837 overleed. Hij muntte vooral uit in het gemoedelijk-boertige, als in JRänzel u. Wanderstab (2 dln., 1821—23) en Humorist. Raupen (4de uitg. 1839). Religieusstichtelijk zijn zijn Sonnenbliche, (6de uitg. 1834). Van zijn talent voor de staatkundige satire getuigen zijn Pfefferkörner (4 afd., 1831 —34). Van zijn drama’s vonden Die Leibrente en Hens Kohlhas den meesten bijval.

< >