italiaansch dichter, geb. 8 Nov. 1809 te Novara, verwierf zich al vroegtijdig naam a's improvisator en reisde als zoodanig rond, doch werd op verschillende plaatsen als staatsgevaarlijk verbannen en begaf zich 1889 naar Frankrijk, waar hij veel bijval vond. Naar Italië teruggekeerd, werd hij 1849 eenigen tijd als verdacht in hechtenis gehouden en ondernam vervolgens een groote reis naar het oosten en Griekenland.
Na zijn terugkeer vestigde hij zich in Piëmont (1858), werd 1860 professor in de geschiedenis te Parma, 1862 te Cagliari, 1866 te Bologna, waar hij' 14 Febr. 1883 overleed. Van zijn gedichten noemen wij: La guerra (1832), Poesie estempor anee e pemate (1839), Canti nazionali (2 dln., 1841), Canti e prose (2 dln., 1861—65); van zijn prozawerken: Dora (2de dr. 1867) en Storia e letteratura (1879).