Ital. muzikus, broeder des Felice, geb. omstr. 1567 te Rome; van 1575 tot 1579 was hij koorknaap onder Palestrina ‘aan de St. Pieterskerk; tegen 1609 was hij aan het hof van koning Sigismund III van Polen, in 1610 was hij kapelmeester aan de domkerk te Verona, daarna muziekmeester aan het Romeinsche seminarie, vervolgens kapelmeester in de kerk San Maria di Monti eveneens te Rome, daarop kapelmeester in Sint-Jan van Lateranen; waarschijnlijk stierf hij in 1620.
Hij bewerkte Palestrina’s 6-stemmig Missa Papae Marcelli voor 4 stemmen, in welken vorm zij tallooze malen werd herdrukt; zijn eigen compositiën bestaan uit madrigaliën, motetten, litaniën, psalmen enz., waarin hij deels de traditie der 16de eeuw getrouw bleef, deels den nieuwen stijl derl7dt! volgde.
