beoefenaar der oude letteren, geb. in 1570 te of nabij Herborn, werd in 1607 hoogleeraar in de godgeleerdheid en hebr. taal te Lausanne, en in 1626 in de gr. taal te Franeker, waar hij in 1637 overleed. Voorn, werken: Lexicon Graeco-Latinmn in N.T.; Etymologia nominum propriorum N.
T. ; Grammatica Graeca sacra N. T. Hij bezorgde in 1632 een uitgave van Hesodius. — Zijn zoon, Matthias P., geb. te Franeker in 1599, was eerst hoogl. in de wiskunde te Heidelberg, vervolgens te Oxford in de oostersche talen, het laatst te Groningen, eerst in de wijsbegeerte, daarna in de wiskunde, eindelijk in de godgeleerdheid. Hij stierf in 1658.