engelsch schrijver, geb. te Londen 1817, aldaar overl. 1878, was vooral door zijn werken op het gebied der critiek vermaard. Hij schreef o. a.: Lope de Vega en Calderon (1847), Leren van Goetlie (1855), Aristoteles (1864), Leven van Robespierre.
Ook vervaardigde hij werken over psychologische onderwerpen.