engelsch wis- en natuurkundige, geb. 14 Juli 1793 te Nottingham, overl. 31 Maart 1841, maakte zich verdienstelijk door het mathematisch uitwerken van de leer van het magnetisme en der electriciteit. Hoofdwerk: Essay on the application of mathematical analysis of the theories of electricity and magnetism (1828).
Een voor de behandeling der potentiaalfunctie belangrijke, naar G. opgestelde formule heet naar hem „formule van G.” Hij schreef voorts een reeks verhandelingen over de evenwichtswetten der vloeistoffen en der electriciteit, over de reflexie en breking des lichts en van het geluid, en over de golfbeweging in buizen.