Duitsch geograaf en ethnoloog, geb. 29 Jan. 1833 te Cassel, werd in 1875 hoogleeraar in geographie en ethnologie te Staatsburg; G. hield zich overigens voornamelijk bezig met de anthropologie en de natuurkundige aardrijkskunde; zijn bemoeiingen inzake uitbreiding van de kennis der aardbevingen hebben in 1900 tot oprichting van een hoofdstation voor desbetreffende waarnemingen geleid, waarvan G. directeur werd. Hij gaf in het licht: Ueber das Aussterben der Naturvölken (Lpz. 1868), Anthropol. Beitrüge (Halle 1875), Atlas der Ethnographie (in: „Bilder-Atlas”, Lpz. 1876), Die Zukunft der Indianen (in „Globus” 1879), Atlas der Völkerkunde (Gotha 1892, 7de afd. van Berghaus’ „Physikal. Atlas”), DieBasken und die Iberer (in Gröber’s „Grundriss der roman. Philologie”, dl. 1. Straatsburg 1886); ook voltooide hij na Waitz’ dood diens Anthropolologie der Naturvölken, waarvan in 1871 het slot verscheen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk