gas-inhalatieziekten, ziekten die ontstaan door het inademen van schadelijke gassen; onder gassen verstaat men in dezen zin niet slechts de ware gassen, als waterstof, stikstof, maar ook de dampen van vloeibare en vaste lichamen, b.v. kwikzilver, jodium enz. De aard der ziekte verschilt al naar den aard en de hoeveelheid van het ingeademde gas en den duur der inademing. Met betrekking tot den duur der inademing kan men de G. indeelen in acute en chronische. Naar hun physiologische werking verdeelt men de gassen in drie categoriën; ten eerste zijn er vele gassen, de zgn. indifferente, die slechts schadelijk werken doordat zij, de overhand verkrijgende, de voor het leven onontbeerlijke zuurstof der dampkringslucht verdringen, terwijl zij, met een voldoende hoeveelheid zuurstof vermengd, zonder het minste gevaar kunnen worden ingeademd: hiertoe behooren de stikstof, de waterstof en het mijngas. Een groot aantal andere gassen, de zg irre&pirabele en giftige, bewerken, ook bij toereikenden toevoer van zuurstof, stoornissen in de gaswisseling binnen de longen en kunnen hierdoor of door andere schadelijke inwerkingen den dood of chronische ziektetoestanden veroorzaken De irrespirabele gassen of zoodanige die het pneumatische stelsel niet vermag op te nemen, kunnen slechts in nauw merkbare sporen met andere gassen vermengd in de longen doordringen, wijl zij op zichzelf of in sterke concentratie glottiskramp en daarmee onderbreking van het ademhalingsproces verwekken; ook in kleine hoeveelheden werken zij prikkelend en storend op de slijmheid der respiratieorganen in; tot deze categorie behooren alle gassen van krachtige chemische werking, als chloor, fluoor, ozon, chloorwaterstofzuur, zwavelig zuur, ammoniakgas enz. De giftige gassen kunnen wel ingeademd worden, doch bewerken, door hun opname in het bloed, in het organisme schadelijke of doodelijke veranderingen; hiertoe behooren zwavel waterstofgas, phosphorvvaterstofgas, kooloxydegas arsenikwaterstof, stikoxydulgas, de dampen van chloroform, blauwzuur, zwaveletber enz. Inademing v. indifferente gassen op zichzelf (in zuiveren staat) komt weinig voor; mengsels van zulke gassen m. meer of minder lucht worden ’t veelvuldigst ingeademd bij het betreden van onvoldoend geventileerde of lang gesloten gehouden mijnen, ondergrondsche ruimten en dergelijke; oogenblikkelijke dood door verstikking kan hiervan het gevolg zijn. Bij voortdurende inademing van indifferente gassen in buiten het normale liggende hoeveelheden, b. v. van stikstof, waterstof en het lichte en zware koolwaterstofgas, -waaraan inzonderheid mijnwerkers bloot staan, treedt in den regel spoedig moeilijke ademhaling op, welke tot verdubbelde ademhalingsbewmging en dus tot buitensporige inspanning der betreffende organen dwingt, hetgeen op den duur tot longemphyseem (zie Emphyseem) leidt. Zware en doodelijke ziekten ingevolge inademing van grootere hoeveelheden irrespirabele gassen komen hoogst zelden voor en zijn ook vrijwel buitengesloten, wijl deze gassen door hun bovengeschetste werking zich zelf den toegang tot het organisme afsluiten en zich overigens oogenblikkelijk op duidelijk merkbare wijze aankondigen: zware hoestbuien, gebrek aan adem en benauwdheid dwingen den lijder de plaats des gevaars te verlaten. Chronische ziekten worden daarentegen veelvuldig door deze gassen veroorzaakt ; begunstigend werkt hierbij de omstandigheid dat bij voortdurend blootstaan aan deze gassen spoedig een vermindering van de gevoeligheid der slijmhuid intreedt, zoodat de gassen alsdan direct in de longen geraken en op het weefsel daarvan prikkelend en storend inwerken kunnen ; chronische katarrhen der ademhalingsorganen zijn hiervan het gevolg en dikwijls werken deze het ontstaan van andere longziekten, inzonderheid van tering, in de hand. In vele gevallen worden bij lang aan deze gassen blootgestelde personen ook in andere organen, vooral in die der spijsvertering, ziekelijke aandoeningen waargenomen. Opmerkelijk is het, dat al deze gevolgen reeds bij aanwezigheid van uiterst geringe hoeveelheden (één tienduizendste deel van het volumen ingeademde lucht) optreden. Arbeiders in rookerijen en smelterijen, bij de stroohoedenfabrikage, bij het bleeken van dierlijke zelfstandigheden, bij het zwavelen van de hop, bij de zwavelzuurfabrikage, in kalkbranderijen, bij de destillatie van steenkool, in chemische fabrieken, in de glasblazerij en bij de kunstmestbereiding staan het meest aan inademing van zg. irrespirable gassen bloot.
Onder de schadelijke gassen van de derde categorie (vergiftige) spelen inzonderheid het lichtgas en het kooloxyd ias (zg. kolendamp) in de praktijk een voorname rol. Het lichtgas levert vooral gevaar op voor degenen die met den aanleg van leidingen belast zijn, wijl zij bij slechte afsluiting of defecten soms plotseling groote hoeveelheden gas moeten inademen : onpasselijkheid, benauwdheid en snel intredende bewusteloosheid zijn de verschijnselen dezer vergiftiging. Het kooioxydgas, dat snel achtereenvolgens verdooving, verstikking en den dood bewerken kan, wordt vooral bij onvoldoende voorzorgsmaatregelen in gasfabrieken, ijzersmelterijen, metaalgieterijen gevaarlijk, doch kan zich ook in elke huishouding ingevolge gebrekkige stookplaatsen ontwikkelen en aanleiding tot vergiftiging geven (zie Kooloxydgasvergiftiging). Ook de inademing van koolzuur en koolzure gasmengsels kan doodelijke gevolgen hebben; aan deze gassen staan vooral mijnwerkers, bierbrouwers, brandewijnstokers, wijnbereiders doodgravers en leerlooiers bloot. Hetzelfde geldt voor het zwavelwaterstofgas, dat zich in riolen, zwavelwerken, chemische en caoutchouefabrieken en in de looigroeven ontwikkelt en zoowel acute vergiftigingen als chronische ziektetoestanden kan doen ontstaan: verder voor de dampen van de zwavelkoolstof, die bij de caoutchoucfabrikage en in de wohvasscherij gebruikt wordt. Andere uiterst schadelijke dampen zijn o. a. de zeer vergiftige arsenikwaterstof in smederijen, chemische laboratoriën en fabrieken, de zinkdampen, die de zinkkoorts of gietkoorts der messingwerkers enz. veroorzaakt, de terpentijndampen, die bij appreteurs, vernissers, schilders en arbeiders in de lucifersfabrieken ontstekingen te voorschijn roepende prikkelingen op de longen, de maag en de nieren uitoefenen; de phosphordampen, waaraan de arbeiders in phosphor- en lucifersfabrieken blootgesteld zijn (zie Phosphorvergiftiging), de jodium- en broomdampen in chemische fabrieken, die soms acute vergiftigingstoevailen (zware hoestbuien, hoofdpijn, bindweefselkatarrh, bedwelming), soms chronische ziekten en vermagering tengevolge hebben ; de looddampen, een steeds dreigend gevaar voor schilders en lettergieters (zie Loodvergiftiging) : de kwikzilverdamper, die arbeiders in kwikzilvermijnen, spiegelbeleggers, thermometbermakers, bronzers en pelswerkers gevaarlijk kunnen worden (zie Kwikzilververgiftiging), en de anilinedampen, die bij arbeiders in anilinefabrieken allerlei vergiftigings-verschijnselen teweeg kunnen brengen (zie Aniline). De tegenwoordige industrie schept steeds nieuwe gevaren voor G. ; in vele landen is de wetgever tusschenbeide gekomen, over het geheel echter met weinig gevolg : slechts het onder bedreiging van gevangenisstraf verplicht stellen van voorzorgsmaatregelen heeft eenigszins bevredigende resultaten opgeleverd. In elke besloten ruimte waar arbeid wordt verricht waarbij zich schadelijke gassen of dampen ontwikkelen, is ruime ventilatie die hen zoo spoedig mogelijk afvoert of tot den graad van onschadelijkheid verdunt een eerste vereischte : verder moet zooveel mogelijk elk middel worden aangegrepen waardoor de ontwikkeling of het instroomen in de werkplaats van zoodanige gassen en dampen belet of verminderd kan worden: waar zoodanige maatregelen niet afdoende blijken, behooren de arbeiders door respiratoren, korten arbeidsdag en veelvuldige onderbreking van den arbeid zoo veel mogelijk tegen het gevaar te worden beschermd: zwakke personen en kinderen moeten zooveel doenlijk van beroepen die deze vergiftigingsgevaren opleveren worden afgehouden: ook moeten de arbeiders in ruime mate over de dreigende gevaren ingelicht en steeds alle middelen worden aangewend om door krachtigen kost, baden, beweging in de vrije lucht het weerstandsvermogen van het organisme te verhoogen.