italiaansch componist, geb. te Bari 1713, overl. te Napels 1789, was tweede kapelmeester der kerk Sta. Maria Maggiore te Rome, koormeester aan het conservatorium Della Piëta te Venetië en tweede kapelmeester der San Marco aldaar, eindelijk vestigde hij zich te Napels.
L. schreef een dertigtal opera’s waarvan de meest gevierde zijn: La Gara per la gloria, Amore in tarentola, Griselda, VIsola d’amore, VOlimpiade, Merope, Don Galascione.