Friedrich nobbe

betekenis & definitie

duitsch plantkundige, geb. 20 Juni 1830 te Breinen, studeerde te Jena en Berlijn in de natuurwetenschappen, werd 1861 hoogl. aan de Gewerbeschule te Chemnitz en 1868 aan de Forstakademie te Tharandt; redigeert sinds 1861 het tijdschrift „Die landwirtschaftlichen Versuchstationen” en staat aan het hoofd van het plantenphysiologisch proefstation te Tharandt. Voornaamste geschriften: Feber die organische Leistung des Kalium in der Pflanze (met Schröder en Erdmann, Chemnitz 1871), Handbuch der Samenkunde (Berl. 1876), Wider den Handel mit Waldgrassamen für die Wiesenkultur (ald. 1876).