Gepubliceerd op 18-03-2021

Friedrich julius stahl

betekenis & definitie

duitsch rechtsgeleerde, geb. 1802 te Munchen uit israël. ouders, ging in 1819 tot de evang. kerk over, vestigde zich in 1827 als privaat-docent te Munchen. Door den invloed van Schelling legde hij zich voornamelijk op de wijsbegeerte toe.

In 1832 werd hij hoogleeraar in de wijsbegeerte van het recht, in de staatkunde en pandecten te Würzburg, 1835 te Erlangen, in 1840 te Berlijn. In het bijzonder bestreed hij' het stelsel van Hegel. Een overzicht van de wijsbegeerte des rechts leverde hij in zijn bekend werk: Philosophie des Rechts, nach geschichilicher Ansicht (Heidelb. 1830—37, 2 dln., 3de dr., 1856). Zijne rechtsphilosophie gaat uit van de stelling, dat de rede niet in staat is tot een positieve kennis te brengen, maar dat zij zich moet wenden tot het geloof en de leer der openbaring. Zijn geheele stelsel vindt zijn grond in de bewering dat de staat een goddelijke instelling is. Zijn geschrift Ueber den christl.

Staat und sein Verhaltniss zum Deismus und Judenthum
(1847) ontwikkelt dit verder. S. stierf in 1861; Zijn parlementaire werkzaamheid wordt het best gekend uit zijne Siebzehn parlamentarische Reden (1862). De leer van S., vooral op staatsrechterlijk gebied, is in ons land verbreid door Mr. G. Groen van Prinsterer.

< >