duitsch schilder, geb. 30 Mei 1813 te Dresden, opgeleid aan de Akademie aldaar, bereisde geheel Europa, was sinds 1857 professor aan verschillende akademiën. Meest genrebeeiden: Der Judaskuss, Bajazzo hinter den Coulissen, Verfehltes Leben, Brennende Erinnerungen (1869, Kunsthalle te Hamburg), Die Konvenienzheirat, Des Räubers Reue (1883), Ein Bauernsänger in einer Dorfschenke (1887); verder eenige altaarbeelden (De jongeren te Emmaus voor de kerk te Schellenberg) en portretten (koning Johann van Saksen, in het raadhuis te Leipzig).
Hij schreef: Flüchtige Bliche in Natur und Kunst (Dresden 1869), Das Gleichgewicht in der Bewegung (1882).
