werd 23 Mei 1734 uit onbemiddelde ouders te Weiler, niet ver van Stein aan den Rijn, in de buurt van Constanz, aan het meer van dien naam geboren. Tot zijn 16de jaar ontving hij het lager onderwijs in eene kloosterschool en werd, van eene studiebeurs voorzien, naar Dillingen gezonden om godgeleerdheid te studeeren.
Na een driejarig verblijf te Dillingen en te Ingolstadt verliet hij het klooster en trok naar Weenen (1752). Hier studeerde hij in den beginne wis- en natuurkundige wetenschappen (6 jaren) en nog 6 jaren geneeskunde, in dien tusschentijd in zijn bestaan voorziende door lessen in de wis- en natuurkunde. In 1764 promoveerde hij aan de Universiteit tot Doctor in de geneeskunde met een academisch proefschrift: de inflexu planetarum in corpus humanum. In dit proefschrift trachtte hij aan te toonen, dat de hemellichamen door hunne wederzijdsche aantrekking en door middel van een middenstof, die het heelal vervult, invloed op ons leven, op ons zenuwstelsel uitoefenen. Die middenstof was eerst de electriciteit, maar al spoedig (1772) werd zij vervangen door de magneetkracht. Alle lichamen stonden met elkander in verbinding door de magneetkracht en hij begon zieke lichaamsdeelen met magneetstaven te beschrijven.
Naar zijne eigen woorden (Mesmerismus, oder System der Wechselwirkungen, Theorie imd Anwendung des Thierischen Magnetismus als die allgemeine Heilkunde zur Erhaltung des Menschen von Dr. Friedrich Anton Mesmer) „zijn de eigenschappen van den magneet een voorbeeld van „eene werkzame algemeene grondstof, die „alle lichamen, zoo groote als kleine, die de „ruimte bevolken, bezielt. Die eigenschap „bestaat in eene soort van in- en uitgaande „stroom van eene fijne vloeistof (fluide uni.„versel), die alle vaste lichamen omhult. Deze .„eigenschap kan men natuur- of all-magne.„tismus noemen. En evenals het mogelijk is „door eenen magneet die eigenschap in het ijzer „op te wekken, evenzoo heb ik (Mesmer) ont.„dekt, dat men ook in het menschelijk lichaam „eene dergelijke eigenschap kan opwekken, .„welke eigenschappen zichtbaar maakt, welke „met die van den magneet analoog zijn”. .Spoedig werd echter de magneet ter zijde gelegd en strijkingen met of zonder aanraking (manipulatiën) waren voldoende om de magneetkracht op te wekken. Dat onzichtbare vuur, aldus noemt Mesmer elders het werkzame bestanddeel van het dierlijk magnetisme, kan op verschillende wijze worden aangewend om zieke lichaamsdeelen te genezen.
Veelal was het voldoende met de hand te strijken of aan te raken, maar dikwijls gebruikte hij ook verzamelvaten, die met gemagnetiseerde lichamen (water, steenen, zand enz.) waren verbonden. Door geleiders met spitse uiteinden kon overigens het dierlijk magnetisme worden overgebracht. Ja, boomen konden door den magnetiseur worden geladen met dierlijk magnetisme en aldus hunne werkingen naar de patiënten uitstralen.Dat deze nieuwe geneeswijze opgang wekte behoeft geen betoog, en te meer toen hij in 1775 door een Schrijven aan eenen vreemden arts over dierlijk magnetisme alle geleerde vereenigingen opriep om van zijne methode kennis te nemen. In Weenen praktijk uitoefenende, maakte hij veel proselieten, maar werd ook bespot en belasterd door zijne collega’s, die met zijn kuren niet waren ingenomen. Overprikkeld, trok hij tot herstel van zijn gezondheid door Zwitserland naar Parijs (1778), waar in 1779 eene brochure verscheen Memoire sur la découverte du magnétisme animale. Zoowel in de Academie de Sciences als in de Faculté de Médécine werd zijne geneesmethode onderzocht, beoordeeld en veroordeeld. Toch had hij veel volgelingen, waaronder mannen van naam. Er werd zelfs eene inschrijving voor hem geopend in geheel Frankrijk, die niet minder dan 340.000 livres opbracht, ten einde hem voor armoede te behoeden.
Tot zijne eere moet gezegd, dat hij, sterk in zijne overtuiging, deze uitsluitend aanwendde om hospitalen op te richten, waar de zieken volgens zijne methode genezen werden. Die „salons matelassés” of „enfers a convulsions”, zooals het volk ze noemde, werden echter in 1784 door de politie gesloten. De daarop gevolgde Fransche revolutie plaatste het dierlijk magnetisme of het mesmerisme geheel op den achtergrond. Vele zijner aanhangers lieten hun hoofd op de guillotine; hij zelf ontsnapte tenauwernood en stierf eenzaam en vergeten 3 Maart 1815 bij Constanz, in de buurt zijner geboorteplaats.
In de praktijk van het mesmerisme of dierlijk magnetisme kan de fluide universel door strijkingen met de hand (manipulatiën) met of zonder aanraking worden overgebracht, maar kan ook worden meegedeeld door den blik (magnetiseeren). Die praktijk heeft later ook in ons land veel aanhangers gehad, vooral toen zekere James Braid (1843), een geneeskundige te Manchester, het oude mesmerisme onder een nieuwen vorm (Braidisme, Hypnotisme) weer in de mode bracht. Als beoefenaar van die „electrische biologie” maakte in het midden der vorige eeuw zekere heer de Koningh nog al opgang (1852). In later dagen zijn de verschijnselen van het mesmerisme = dierlijk magnetisme = braidisme = hypnotisme = somnambulisme etc. vooral door Charcot, Directeur van de Salpétrière, Richet, Bernheim, Berger, Preyer en vele anderen op wetenschappelijke wijze onderzocht en als physiologische verschijnselen van verschillenden oorsprong, met geheel of gedeeltelijk normaal, maar eenzijdig bewustzijn nauwkeurig beschreven.