Gepubliceerd op 28-02-2021

Frans van oudendorp

betekenis & definitie

hollandsch taalgeleerde, geb. en overl. te Leiden 1696—1701, was achtereenvolgens rector der Latijnsche sche school te Nijmegen en te Haarlem en professor in de geschiedenis en de welsprekendheid te Leiden. Hij deed o.a. beroemde uitgaven van Lucanus (1728), Frowtinus (1731), Caesar (1737) en Suetonius (1751) het licht zien.

< >