Gepubliceerd op 29-01-2021

Frans eduard genast

betekenis & definitie

Duitsch tooneelspeler en zanger, geb. 15 Juli 1797 te Weiman, overl. 4 Aug 1866 te Wiesbaden, verwierf zich groeten roem, was langen tijd de hoofdfiguur der tooneelwereld te Dresden, Maagdenburg, Leipzig, Weimar en andere middelpunten van artistiek leven. Als acteur muntte hij uit door losse beweging en een krachtige, welluidende stem. Ook heeft hij eenige liederen en balladen gecomponeerd, alsmede een opera Der Verriither in den Alpen, Kort voor zijn dood schreef hij te Wiesbaden een autobiographie, getiteld Aus dem Tagebuche eines alten Schauspielers (4 dln.). Ook de echtgenoote van G, Caroline Christine Böhler, geb. 31 Jan. 1800, overl. 15 Apr. 1860 te Weimar, muntte als tooneelkunstenares uit, alsmede zijn beide dochters, Doris en Emile. Zijn zoon Karl Albert Wilhelm Genast, geb. te Leipzig in 18-2, overl. te Weimarin 1887, staatsman en schrijver, werd, na te Jena en te Heidelberg in de rechten gestudeerd te hebben, in 1867 tot lid van den Noordduitschen en in 1870 van den Duitschen rijksdag gekozen; in 1872 we' d hij lid van ’t ministerie te Weimar en in 1873 president v/d synode. Als schrijver is hij vooral bekend door zijn tooneelspelen, o. a. door ’t treurspel Bernhard von Weimar en door eenige romans, als: Das holte Haas (1862), Der Eöhlergraf (1867).

< >