(ridder) Staathuishoudkundige, diplomaat en schrijver, geb. 13 Jan, 1814 bij Stettin, werd in 1841 hoogleeraar in de staatswetenschappen te Berlijn, volgde in 1842 den beierschen kroonprins (later Max II), naar Munchen. was in 1851 beiersch gevolmachtigde ter Dresdener conferentie, ging in 1856 als attaché naar Turijn, werd in 1862 beiersch gezant in Zwitserland, zag zich in 1869 belast met een buitengewone zending naar Madrid, en ging in Febr. 1870 als beiersch gezant bij het ital. hof naar Rome, waarbij 4 Jan. 1872 stierf; in de politiek hing hij een gematigd-liberale richting aan, in het duitsche vraagstuk de zg. Triasidee. In 1839 gaf hij de door hem te Turijn ontdekte Acta Henriet VII (2 dln.) in het licht: hij schreef: System des freien Handels und der Schuetzölle (1847) enz.
Zijn dochter, Helene van D., bekend door haar verhouding tot Lassalle, die deswege door den walachijschen bojaar Racowitza in een tweegevecht werd gedood, huwde eerst met dezen laatste, later met den tooneelspeler Siegwart Friedmann.