kroatisch geschiedschrijver en oudheidkundige, geb. 25 Nov. 1829 te Fuccine bij Fiume, werd 1852 priester en professor in de kerkgeschiedenis en het kerkelijk: recht te Zeng, was 1857—60 kanunnik van het illyrisch kapittel te Rome en sedert 1866 president der zuidslavische universiteit te Agram, waar hij 13 Febr. 1894 overleed. Hij gaf, behalve verschillende historische werken in het kroatisch, o. m. uit: Documenta historiae croaticae periodum antiqaam illustrantia (1877).
R. was voorts ook lid van den kroatischen landdag en van den pester rijksdag, en nam als zoodanig deel aan de onderhandelingen tusschen Kroatië en Hongarije.