Gepubliceerd op 28-02-2021

Francesco petrarca

betekenis & definitie

italiaansch dichter en geleerde, uit een florentijnsche familie, geb. 20 Juli 1304 te Arezzo. Zijn ouders verhuisden in 1312 naar Avignon.

P. studeerde vier jaar in de rechten te Montpellier en Bologna; na den dood van zijn vader wijdde hij zich aan de klassieke studiën, keerde 1326 naar Avignon terug en trad in den geestelijken stand, doch ontving alleen de lagere wijdingen. 1330 trad hij in dienst bij kardinaal Giovanni Colonna, deed 1333 een reis naar het noorden van Frankrijk, de Nederlanden en Duitschland en kwam 1337 voor het eerst te Rome. In Augustus naar Avignon teruggekeerd, zocht hij een stil landelijk toevluchtsoord in het beroemd geworden nabijgelegen Vaucluse. Op Paaschdag 1341 werd hij op het kapitool te Rome plechtig als dichter gekroond. Na meermalen van woonplaats verwisseld te hebben, verbleef hij acht jaar In Milaan bij de Visconti’s, verhuisde 1362 naar Venetië en leefde sedert afwisselend in Padua en het nabijgelegen dorp Arqua, waar hij 18 Juli 1374 overleed. Zijn tijdgenooten bewonderden hem als een der grootste genieën. Hij was van een beminnelijke natuur, geneigd tot vriendschap, doch geen krachtig karakter, niet vrij van ijdelheid, prikkelbaar en heftig, als men hem aanviel.

Zijn beteekenis ligt allereerst hierin, dat hij de eerste en voornaamste bewerker van de herleving der klassieke oudheid, voorvechter en drager van het humanisme is. Onder zijn talrijke lat. werken zijn de voornaamste: het heldendicht Africa, dat de daden van Scipio verheerlijkt; Poëmata minora, gedichten, eclogae, brieven en epigrammen bevattend; De coniemptu mundi (1472), De remediis utriusgue fortunae (1471), De rebus memorandis (1485), De viris illuslribus, en tal van andere. De beste, hoewel toch zeer gebrekkige uitgave der Opera omnia verscheen te Bazel 1554. Vooral belangrijk zijn zijn talrijke brieven (beste uitgave van Fracassetti, 7 dln., Florence 1859—70).Van veel grooter waarde dan al zijn lat. werken zijn zijn italiaansche gedichten, die zich onderscheiden door onovertroffen volmaaktheid van vorm (Bime of Canzoniere, tallooze malen herdrukt), en zijn liefde tot Laura en zijn smart over haar dood bezingen. Vergel. voor de bibliographie en biographie Ferrazzi, Bibliografia Petrarchesca (Bassano 1877).

< >