Gepubliceerd op 20-01-2021

Francesco crispi

betekenis & definitie

Ital. staatsman, geb. 4 Oct. 1819 te Ribera, provincie Girgenti, eiland Sicilië, studeerde te Palermo in de rechten, vestigde zich als advokaat eerst te Palermo, later te Napels (1846), waar hij met Ribotti in verbinding trad.

Bij het uitbreken der revolutie te Palermo in 1848 ging hij naar Sicilië terug, en streed te Palermo in de via Butera in de voorste rijen, om vervolgens in het parlement en in zijn blad „L’Apostolato” de denkbeelden van Mazzini te vertegenwoordigen en verdrijving der Bourbons te vorderen; derhalve moest hij, uitdrukkelijk van de amnestie uitgestoten, naar Piemont vluchten, waar hij medewerker was van het „Archivio storico italiano” en aan de bladen „Concordia’ en „Gazzetta di Torino”; na den opstand te Milaan ook uit Piemont verdreven, ging hij naar Malta en van hier naar Londen waar hij de vertrouweling werd van Mazzini, en overigens een harden strijd om het bestaan had te voeren, en met lesgeven in zijn moedertaal, als klerk in een bankiershuis enz. in zijn onderhoud moest voorzien; in 1859 keerde hij naar Piemont terug, liet zijn republikeinsche denkbeelden varen, sloot zich bij de partij van VictorEmanuel II aan; en stelde zich op Sicilië onder Garibaldi, ondei wien hij in 18Ö0 als overste deelnam aan den slag bij Calatafimi; te Napels werd hij daarop secretaris van den dictator en voor enkele dagen m het kabmet-Liborio Romano minister van buitenland, sinds 1801 hd der ital kamer, behoorde hij hierin eerst tot de uiterste linkerzijde, om allengs geheel tot het eenhoofdig constitutionalisme over te gaan, hetwelk hij behalve m zijn pers i\,II Precursore”, opgericht 1800, „La Riforma”, opgericht 1865) en ook m de brochure „Repubblica e monarclna” verdedigde ; in 1876 werd hij president der kamer, en bracht in 1877 een bezoek aan verscheidene europeesche hoven; teruggekeerd kreeg hij na den val van Nicotera de portefeuille van binnenland, doch moest deze reeds in Maart 1878, ingevolge eener aanklacht van bigamie, weder neerleggen; trots zijn vrijspraak op grond dat bij een der beide huwelijken niet aan alle formaliteiten was voldaan, kreeg hij eerst in 1887 weer aandeel aan de regeering, om na Depretis’ dood, 29 Juli 1887, mmister-president en minister van buitenland te worden, waarnevens hij ook nog aan het hoofd stond van liet departement van binnenl.; hij zocht aansluiting bij twee groote europeesche mogendheden (Drievoudig verbond), breidde het militairisme uit, had 6 Nov. 1890 te Milaan een samenkomst met den dmtschen rijkskanselier Caprivi, kreeg bij de nieuwe verkiezing een versterkte meerderheid in de kamer, doch verwekte op 81 Jan. 1891 door het ten grofste beleedigen der rechterzijde zoodanig de ontevredenheid van het parlement, dat dit hem door een votum van afkeuring tot aftreding noodzaakte; als kamerlid leidde hij daarop de oppositie tegen zijn opvolger, Rudmi; het na Rudini’s val (5 Mei 1892) door Giolitti meest uit aanhangers van C saamgestelde nieuwe ministerie werd algemeen als een overgangsmimsterie tot een nieuw' kabinet Crispi beschouwd; werkelijk werd hem na het aftreden van Giolitti in Nov 1898 liet vormen van een nieuw ministerie opgedragen; hierin nam hij zelf de portefeuille van binnenland, ondernam allerlei financieele hervormingen, en begunstigde op alle wijzen het ital imperialisme, hetgeen tot den oorlog met Ahyssime leidde, welke voor Italië een ongunstig verloop had, door de nederlaag van Adua (1 Mrt 1896)bekroond,en hem tenslotte dwong af te treden, bij de algemeene verkiezingen in 1897leed zijn partij een volkomen nederlaag; C zelf werd beschuldigd van zijn ambtelijke positie gebruik te hebben gemaakt om zichzelven te verrijken, in gemeenschap met Favilla, directeur van het filiaal der napolitaansche bank te Bologna; het op zijn verzoek ingestelde onderzoek leverde geen resultaten op, die het m staat van beschuldiging stellen van C tengevolge had; echter nam de kamer met 207 tegen 7 stemmen een motie van afkeuring van Crispi’s handelingen in deze aan, waarna lip zijn mandaat als afgevaardigde ncderlegde (24 Maart 1898), doch met groote meerderheid in zijn district werd herkozen; hij over.1 11 Aug 1901 te Napels, en werd met groot praalvertoon op Sicilië begraven De beoordeelingen van C als staatsman loopen zeer uiteen; in het algemeen heeft hij zich echter meer vijanden gemaakt dan vrienden verworven; de klerikalen verbitterde hij door het uitlokken van iets als Bismarck’s kultuurstnjd en door zijn materialisme, de arbeiderspartij door zijn. veroveringspolitiek en zijn geweldmaatregelen, Frankrijk door zijn duitschgezindheid met verloochening van het ras-instinct

< >