of Finn Magnusen, noorsch archeoloog, geb. 27 Aug. 1781 te Skalholt op Ijsland, studeerde in Kopenhagen, was vervolgens advocaat op Ijsland en ging 1812 weer naar Kopenhagen, waar hij 1815 tot professor benoemd werd. Nadat hij reeds voor het tweede deel der groote, door het Arnamagneïsch instituut (zie Magnusson, Arni) bezorgde uitgave der oudere Edda (1818) de proef van een glossarium en verschillende indices geleverd had, gaf hij bij het derde deel een ook afzonderlijk verschenen mythologisch woordenboek en oudnoorsch calendarium (Priscae veterum borealium mythologiae lexicon, met een Gentile calendarium).
Maar vooral zijn de resultaten zijner historischmythologische navorschingen neergelegd in de beide groote werken: Den celdre Edda, oversat og forklaret (4 dln., Kopenhagen 1821— 23) en Eddalceren og dens Oprindelse (4 dln., ald. 1824—26). Met Rafn bewerkte hg Grönlands historiske Mindesmärker (3 dln., Kopenhagen 1838—45). In 1841 publiceerde^ hij zijn runenwerk Runamo og Runerne. Hij overl. 1847 te Kopenhagen.