oostenrijksch literatuur-historikus, geb. 22 Sept. 1843 te Weenen, kreeg in 1862 een post aan de keizerlijke hofbibliotheek aldaar en werd in 1874 secretaris van de Malteser orde te Rome. Hij overleed 28 Juni 1884 te Clarens aan het meer van Genève; hij gaf in het licht: het werk Yoyage au Ma roe 1640—41 van den schilder Adr.
Mathau (Den Haag 1866), het tweede deel van Jakob van Maerlant’s Spieghel historiael (door hem in de hofbibliotheek te Weenen ontdekt, gedrukt Leiden 1873 v.v.); hij schreef: Vläm. Leben. Geschichten und Bilder (Weenen 1867), Geschichte des holländ. Theaters (Rotterd. 1874), Geschichte der niederländ. Litteratur (uitgegeven door L. Schneider, Leipz. 1887).
