Heilige Geest. Kuststaat van Brazilië, tusschen l8 en 21° Z.B., in het n. door de Rio Mucury van Bahia en in het z. door de Parahyba van Rio de Janeiro gescheiden ; de westgrens, met Minas Geraes, wordt gevormd door het gebergte Caymores of Aiinores; E. wordt in het midden doorsneden door de 90 km. stroomopwaarts bevaarbare Rio Doce, en overigens door tal van vischrijke, doch onbevaarbare rivieren bewaterd; de staat beslaat een oppervlakte van 44,839 km2., en telde in 1890: 135,997 inw.; de mondingen der rivieren zijn alle door banken versperd en onder de insnijdingen aan de kust vormt alleen de bahia de EspiritoSanto een goede haven: i/h z. vallen de uitloopers der Serra de Mar hier en daar mot hooge loodrechte wanden in zee, en in de centrale deelen verheffen zich uit dit gebergte toppen van 2100 meter; het tropisch klimaat, wordt door de zeelucht, de gebergten en de uitgestrekte wouden getemperd; de bodem is zeer vruchtbaar en leent zich in het bijzonder voor de suikerriet-kultuur; de wouden leveren tal van kostbare houtsoorten en drogerijen; uitgestrekte streken, voornamelijk het woeste en nog weinig bekende noorden, worden nog door wilden bewoond, welke, met name de Botokoeden, het voortdringen der kuituur zeer belemmeren. De vlakke kuststreken leveren aanzienlijke hoeveelheden suiker, katoen, rijst, maniok, mais en bovenal koffie ; E. behoort tot de voornaamste koffiebouwende staten van Brazilië. Slechts van de bevolking kan lezen en schrijven en nauwelijks 1/6 van de kinderen tusschen 6—15 jaren bezoekt de school, hoewel de provincie V4 van haar jaarlijksche inkomsten aan het openbaar onderwijs besteedt. In E. bestaan drie meest door duitschers bewoonde koloniën: Rio Novo, Santa-Izabel en SantaLeopoldina. In de Bahia de E. of HeiligeGeestbaai ligt op een eilandje de hoofdstad, Nossa Senhora da Victoria of eenvoudig Victoria, in wier nabijheid het klooster Nossa Senhora da Penha ligt, een der rijkste van Brazilië en een veelbezochte bedevaartplaats. Een spoorweg voert van de in het zuiden gelegen haven Caelioeira de Itapemirim naar Ribeirao de Allegre (72 km., 1887 geopend) en naar Firn de Mundo. Van andere lijnen, van Cachoeira, Victoria en Linhares uit, zijn de plannen in gereedheid.
De kust van E. werd 23 Mei 1535, 1sten Pinksterdag, door den portugees Vasco Fernandez Coutinho ontdekt; de baai, waarin de ontdekker binnenliep, werd naar dezen feestdag genoemd, een naam die later op het omringende land overging; koning Johannes III van Portugal gaf het nieuw gevonden land aan den ontdekker erfelijk ten geschenke; een nakomeling verkocht het in 1674 aan Bahia; in 1809 werd het bij Brazilië ingelijfd.