in 1816 te Lenthe bij Hannover geb., trad in 1838 als artillerieofficier te Maagdenburg in dienst, hield zich vooral bezig met de galvanoplastiek, wijdde zich meer aan de techniek en werd in 1847 toegevoegd aan de commissie tot invoering van de electrische telegraaf in Pruisen. In 1849 legde hij de beroemd geworden batterijen aan tot bescherming der haven van Eckernförde.
Na den dienst te hebben verlaten, richtte hij met den werktuigkundige Halske een etablissement op tot het vervaardigen van telegrafen, welke fabriek groeten naam verwierf. Ook te Londen, Woolwich en St. Petersburg werden door hem fabrieken ten behoeve der telegraphie opgericht.
