Pruisisch staatsman, broeder des vorigen, geb. 26 Nov. 1794 te Velmede bij Hamm, verliet in 1813 de hoogeschool te Berlijn om dienst te nemen als vrijwilliger, onderscheidde zich in de veldslagen van Lutzen en Leipzig, werd op 21 Oct. 1813 bij Freiburg zwaar gewond, hervatte na een ziekbed van 8 maanden zijn . studiën in de rechten aan de universiteiten te Göttingen en Berlijn, nam weder deel aan de campagnes van 1815, trad in 1817 voor goed in staatsdienst, bekleedde allerlei posten, werd in 1834 opperpresident der Rijnprovincie, in 1842 staatsminister, met de portefeuille van finantiën, in 1844 in de plaats van den graaf von Alvensleben kabinetsminister, en in 1845 na de aftreding van graaf Arnim-Boitzenburg minister van binnenlandsche zaken ; in 1847 verdedigde hij aan de eene zijde in den vereenigden Landdag als landdagskommissaris de zaak der regeering met veel handigheid, en gaf aan de andere zijde den konig reeds vóór de revolutie den raad de censuur op te heffen en een grondwet in uitzicht te geven; daar hij intusschen door zijn verdediging der regeering de openbare, meening tegen zich had gekregen, vroeg hij in Maart 1848 zijn ontslag, doch bleef nog aan tot 19 Maart; hij was later nog lid van meerdere regeeringslichamen, stond bij de landdagscessie van 1850 on 1851 aan het hoofd der centrum-partij, ondersteunde de regeering, hoewel hare politiek in geenen deele billijkende en louter om het aan het bestuur komen van een ministerie uit de linkerzijde te verhoeden, werd in 1852 regeeringspresident van het district Arnsberg, en overleed op een dienstreis, 18 Mei 1854 te Medebach.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk