IJslandsch dichter der 10dl' eeuw, welks leven in de Egils saga dkallagrimssomtr beschreven wordt. Omstreeks 901 geboren, bezoekt hij in 914 tegelijk met zijn broeder Thórólf voor de eerste maal Noorwegen, waar hij vriendschap sluit met den jongen Arinbjörn Thórisson: na deel te hebben genomen aan meerdere krijgs- en rooftochten naar Koerland. Denemarken on Friesland, treden beide broeders in dienst van koning Athelstan van Engeland; Thórólf valt hierin den slag, en E. keert naar Ijsland terug (927); na zijn broeders weduwe, Asgerd, te hebben gehuwd, gaat hij andermaal naar Noorwegen (933), om haar vaderlijk erfgoed op te vorderen ; hij geraakt hierover in onmin met koning Eirik Blódöx en koningin Gunnhild ; hij wordt gevangen gezet en veroordeeld, doch weet, geholpen door Arinbjörn, te ontkomen en bereikt behouden Ijsland; door zijns vaders dood in het bezit van diens goederen gekomen (934), gaat hij ten derdenmale buitenslands (636—37), en lijdt schipbreuk aan de kust van Northumberland, dat de inmiddels uit Noorwegen verdreven Eirik Blódöx van Athelstan in leen heeft ontvangen; geen kans ziende te ontkomen besluit hij zich aan zijn vijand te vertoonen, en deels op voorspraak van Arinbjörn, deels als loon voor een loflied dat hij voor de vuist op hem dicht, schenkt Blódöx hem het leven; bedoeld lied heet daarom Ilöf'utlhlnusit (Lossing des levens); na een bezoek bij Athelstan en een nieuwen tocht naar Noorwegen, gedurende welke hij eindelijk door een zeegrijk tweegevecht het vaderlijk erfdeel van zijn vrouw verwerft, keert hij weder naar Ijsland terug (938); een vierde maal verlaat hij het eiland om zijn vriend Arinbjörn, die na Blódöx’ val naar Noorwegen is teruggegaan, een bezoek te brengen (950), en keert in 952 weer naar zijn geboorteland terug, dat hij voorts niet meer verlaat: oud geworden vestigt hij zich te Mosfell (978), waar hij, geheel blind geworden, nog eenige jaren leeft. Aldus Egils saga, die ook enkele fragmenten van zijn dichtstukken, benevens Jlöfadhlaasa., Sonaturrek (lied op den dood van een zijner zoons), en Ar'mhjuntardrdpa (lied op zijn vriend Arinbjörn) bevat. De geloofwaardigheid dezer sage (in druk gegeven door Finnur Jónsson, Kopenh. 1888 en Halle 1897) is door den deenschen geschiedvorscher E. Jessen bestreden (in Sybels „Geschiedk. Tijdschrift, 14dl; jaargang, 1872); het verhaal stamt uit de 13<iu eeuw; alle oude bronnen, waaronder volkomen vertrouwbare, als Lunihu'tma, Starhmga, Islendiagadrdpa van Hauk Yaldisarson spreken van E. als een zeer bekende persoonlijkheid, terwijl de jongere Kdda bovengenoemde drie dichtwerken, enz. onder zijn naam aanhaalt, zoodat zijn bestaan als boven allen twijfel verheven kan worden geacht.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk