eng. romanschrijver, geb. 25 Mei 1803 te HeydonHall in het graafschap Norfolk, verloor vroegtijdig zijn vader, die generaal was, en ontving zijn opvoeding grootendeels van zijn ontwikkelde, met de eng. letterkunde zeer vertrouwde moeder, de eenige dochter van Henry Warburton Lytton. Reeds als schrijver beroemd door zijn gedichten Weeds and wild flowers (1826), en vooral door zijn roman Pelham or the adventures of a gentleman (3 dln. 1828), werd hij in 1831 eerst door St.
Yves, later door de stad Lincoln naar het Lagerhuis afgevaardigd, waar hij zich bij de Whig-partij aansloot. Doch hij liet zijn liberale inzichten van lieverlede varen en ging in 1852 openlijk tot de conservatieve partij over. Onafgebroken bleef L. de letterkunde beoefenen; hij schreef grootendeels romans, maar ook enkele drama’s waarvan de meest bekende zijn: Ernest Maltravers (3 dln. 1837), Zanoni (3 dln. 1842), The new Timon, a romance of London (een satirisch gedicht, 1846), King Arthur (een epos, 1848), The Caxtons (3 dln. 1850), What will he do with it ? (3 dln. 1857), Kenelm Chillingly (3 dln. 1873), L. stierf 18 Jan. 1873 en werd bijgezet in de Westminster-abdij.Zijn vrouw Rosina, lady L., dochter van Francis Wheeler, in 1807 geb., in 1827 met L. gehuwd, trad vooral na hare echtscheiding als schrijfster van meerdere romans op, onder welke Miriam Sedley, a tale from real life (3 dln. 1851), Behind the Scenes (1854) en The World and his Wife (1858) eenige waarde hebben; met groote bitterheid schildert zij daarin de ijdelheid en huichelarij der fashionable wereld. Zij overl. 12 Maart 1882.
De eenige zoon uit dit huwelijk Edward Robert B.-L., in 1831 geb., trad in de diplomatieke loopbaan, en was zaakgelastigde te Kopenhagen, te Athene, en bekleedde van 1876 —80 de waardigheid van onderkoning van Engelsch-Indië. Ook als dichter trad hij onder den pseudoniem Owen Meredith op met: Clytemnestra, the Earls Daughter, and other Poems (1851), The Wanderer, a collection of poems in many lands (1858) en Lucile (1860), en als romanschrijver met The Bing of Amasis, from the papers of a German physician (2 dln. 1863) Hij overl. 21 Nov. 1891 te Parijs.
