Gepubliceerd op 20-01-2021

Doorn (deel plant)

betekenis & definitie

(Spina) een der nevenorganen of bijkomende voortbrengselen van het vegatieve deel van sommige planten, niet te verwarren met .de stekels (zie Stekel); het is een onbuigzaam, in een stekende punt eindigend voortbrengsel, dat uit de vervorming van een zelfstandig plantenorgaan of van een integreerend deel daarvan ontstaat; men onderscheidt takdoorns, die nu eens als bij den sleedoorn of den wilden appel, door achterlijkheid in den groei van den top eener tak, dan weder, als bij Gleditschia triacanthes, door vervorming van den geheelen in den bladoksel gezeten tak ontstaan; en bladranken, welke nu eens een geheel blad vertegenwoordigen, zooals bij Berberis, bij welke de overgang van de bladen tot de hand- of vindeelige doornen door alle tusschengelegen trappen heen kan worden nagegaan, dan eens slechts aan den top van een blad of zijn afdeelingen worden aangetroffen, als bij de hulst en de distel, of wel in de plaats der steunblaadjes voorkomen, als bij de gewone acacia.

< >