1) Ambt in het beiersche regeeringsdistrict Zwaben, 31.000 inw., 70 gemeenten, waaronder 3 steden.
2) Stad, hoofdpl. van het ambt D., 41 km. n.w. van Augsburg, aan de monding van de Wörnitz in den Donau (linkeroever), belangrijke beiersche Donauhaven, in 1900: 4367 inw. 5 kath. kerken 1 prot. kerk; gebouwen der voormalige Benedictijnerabdij „Zum Heiligen Kreuz”, thans bezitting der vorsten van Ottingen-Wallerstein, met de sarcophaag van Maria van Brabant, vrouw van hertog Bodewijk den Strenge van Beieren; latijnsche school, letterkundig-technisehe vakschool; bierbouwerij, linnen-industrie, ooft-, graan-, vlas-en hennepbouw, D., in 1030 Wörth, later Zwabisch-Wörth geheeten, ontstond in de omgeving van den in de 19de eeuw geslechten burcht Mangoldstein, die in 900 door den graaf Hupald I van Dillingen werd gebouwd, en in 1191 een bezitting der Hohenstaufen werd. In het midden der 13de eeuw werd D. zetel der hertogen van Opper-Beieren; in 1308 verwoestte Albrecht I den burcht.; in 1348 werd D. tot rijksstad verheven; omtrent de gebeurtenissen in de eerste helft der 17de eeuw zie Dertigjarige oorlog; 2 Juli 1704 leden de Beieren en Franschen aan den door keurvorst Max Emanuel bevestigden 486 meter hoogen Schellingberg tegen de Keizerlijken onder prins Lodewijk van Baden en den hertog van Marlborough een volkomen nederlaag; in 1714 kwam de stad voor goed aan Beieren ; 6 Oct. 1805 vond bij D. een gevecht plaats tusschen Franschen onder Soult en Oostenrijkers onder Mack, tengevolge waarvan deze laatsten zich over den Donau moesten terugtrekken
