Gepubliceerd op 20-01-2021

Dolos

betekenis & definitie

thans Delopulo of MikraDilos, (d.i. Klein-Delos, in tegenstelling van Megali Dilos Groot Delos, tegenwoordige naam van het nabijgelegen eiland Rheneia). Klein, uit graniet bestaand eiland der Cycladen, in de Egeïselie zee, ongeveer 3 km2, groot, slechts met laag struikgewas begroeid en tegenwoordig onbewoond; D. was oudtijds wijd vermaard en vereerd als geboorteplaats van Apollo en Artemis. De voornaamste berg, een ruwe granietrots, heet bij de oude dichters Cynthus, een beek Inopus. Volgens de sage deed de aardschudder Poséidon door een slag met zijn drietand het eiland uit de zee verrijzen, hetwelk nu vlottende ronddreef, totdat Apollo het tusschen Myconus en Gyarus vast legde. Weldra werd het een algemeene handelsplaats, inzonderheid de slavenmarkt voor Griekenland, ontzaglijke rijkdommen werden hier opgehoopt, die slechts door de heiligheid der plaats beschermd werden, want de stad zelf had geene muren; doch Menophanes, een bevelhebber van Mithridates, plunderde en verwoestte het eiland geheel, terwijl het door de Perzen gespaard was. De prachtige tempel van Apollo lag dicht bij de haven; daarbij werden alle vijf jaren feestelijke spelen gevierd, waarheen alle grieksche staten gezantschappen zonden. De ionische bevolking van het eiland was hier gekomen onder de zonen van Codrus en in ’t jaar 506 door attische volksplanters, cleruchen, versterkt geworden; hier bevond zich de schatkist der bondgenooten; hier werden hunne vergaderingen gehouden, totdat in 460 v. C. de schatkist naar Athene werd overgebracht.

Geen lijk mocht op Delos begraven worden, men bracht daarom alle gestorvenen naar het nabijgelegen eiland Sedli. Tegenwoordig is het eiland eene doodsche wildernis, waar de puinhoopen zelfs allengs verminderen, daar zij door de naburen voor bouwstoffen gebruikt worden.

< >