Gepubliceerd op 20-01-2021

Dolmen

betekenis & definitie

(Keltisch, van daal of dol, tafel, disch, en men, steen) steentafels, groote, met reusachtige, onbehouwen steenblokken aangelegde monumenten uit den voortijd; de D. bestaan meest uit een grooten platten steen, horizontaal neergelegd op 6, 8, 10, 20 of meer andere steenen, die tezamen ongeveer een langwerpig vierkant vormen; behalve in de door de Kelten bewoonde landen worden dergelijke monumenten ook in Syrië, Algerië, Indië, Japan enz. aangetroffen; men veronderstelt dat het zooveel als grafmonumenten van vorsten enz. zijn; gewoonlijk werden in de D. overblijfselen van meerdere menschelijke geraamten, soms van duizenden, gevonden, meest in hurkende of kromliggende houding bijgezet, dikwijls van allerlei gereedschappen en wapens, als bijlen, lanspunten, dolken, messen enz. van vuursteen, doorboorde hamers van graniet, dioriet enz., en ook dikwijls van allerlei versierselen voorzien, gewoonlijk paarlen van barnsteen, tot snoeren aaneengeregen, en om den hals gedaan, ook wel doorboorde dierentanden: verder bevatten de D. allerlei vaatwerken, ten deele zeer ruw, ten deele ook van groote kunstvaardigheid getuigende; voorwerpen van brons en ijzer komen mede voor, echter alleen in D. van later dagteekening, vermoedelijk nabootsingen door latere volken. In noordelijk Europa werden de D. voor den tijd der eigenlijke bronscultuur en van de kunst der Kelten en Germanen opgebouwd. Bij de groote verbreiding der D. (zuidelijk Zweden, Denemarken, westelijk Duitschland, Frankrijk, Afrika, Klein-Azië, Indië) is de vroeger aangehangen meening dat zij van een enkel volk afkomstig zijn, geheel verlaten.

< >