Gepubliceerd op 20-01-2021

Dolichos

betekenis & definitie

L. Plantengeslacht v/d fam. der Leguminosen, afdeeling der Papilionaceeën, met een 20-tal, meest in de warmere deelen van Afrika, Azië en Australië inheemsche soorten; het zijn neerliggende, kruidachtige gewassen of wel gewonden halfstruiken met driedeelige bladen en violette of witte bloesem; van meerdere soorten worden de boonachtige zaden en peulen gegeten; in Zuid-Europa worden enkele soorten aangebouwd, als bv. in Italië de in Zuid-Amerika inheemsche D. lubia; de oost-indische D. biftorus wordt in zijn vaderland op groote schaal gekweekt; de zaden dienen als veevoeder, de jonge peulen als groente.

< >