Gepubliceerd op 29-01-2021

Desiderius erasmus

betekenis & definitie

eigenlijk Gerrit Gerritszoon, Nederl. geleerde, philoloog, geniaal en gevierd humanist, geb. 28 Oct. 1467 (of 1469) te Rotterdam, buitenechtelijke zoon van Gerrit Elias, van Gouda, en Elisabeth, dochter van een geneesheer te Zevenbergen, kwam reeds op 5-jarigen leeftijd te Gouda op school, werd kort daarop als koorzanger naar Utrecht gezonden en in 1478 door zijn moeder op de Fraterschool te Deventer gedaan, waar hij zich in de grieksche taal- en letterkunde, redeneer- en natuurkunde enz. bekwaamde; op 13-jarigen leeftijd verloor hij eerst zijn moeder, en kort daarop ook zijn vader, die inmiddels in den geestelijken stand was getreden; door zijn voogden, begeerig naar zijn klein vermogen, tot het kloosterleven gedwongen, bracht hij eerst eenigen tijd door in een geestelijk gesticht te ’s Hertogenbosch, daarop in een klooster te Delft, vervolgens in een te Stein bij Gouda, deed hier op 19-jarigen leeftijd gelofte als regulier kannunik van den H. Augustinus, verliet echter reeds in 1491 het convent, zwierf sinds door Europa rond, was in 1521 te Bazel, waar Holbein zijn portret schilderde, en stierf bij een nieuw bezoek aan deze stad, 12 Juli 1536 : volgens sommigen bleef hij vasthouden aan zijn scepticisme, en stierf hij gelijk men het noemde sine crux, sine lux, sine Deus (zonder kruis, zonder licht, zonder God) , volgens anderen kwam hij hier op terug en ontving hij uit de handen van een priester uit Turnhout, Lambertus Ooomans, de H.H. sacramenten der stervenden. Hij was tenger van lichaamsbouw, zwak on ziekelijk van gestel, niettemin afkeerig van ascetisme en geheel man van de wereld. E. behoort door zijn uitgebreide kennis op ongeveer elk gebied der toenmalige wetenschap, doch meer nog door zijn karakter, gekenmerkt door een grenzenlooze ijdelheid en zelfoverschatting en een onwankelbaar geloof aan de onsterfelijke beteekenis van zijn persoon, tot de belangwekkendste verschijningen der nieuwere tijden: in vele opzichten levert hij een treffende gelijkenis op met Vbltaire: zijn geschriften, overvloeiende van scherpen spot, bijtende satire en stekelig sarcasme, en voornamelijk gericht tegen de kerkelijke leer on gebruiken, werden met weergalooze geestdrift ontvangen en verslonden en nog een eeuw na zijn dood gold hij als het grootste genie van het westen Zijn hoofdwerk, Encornium moriae (Lof der Zotheid, Parijs 1509), een hekelschrift, voert de verpersoonlijkte dwaasheid sprekend op, laat haar hare verdiensten jegens het menschdom optellen en roemen, en in de verschillende maatschappelijke standen datgene prijzen wat afkeurenswaard en verkeerd is; overigens hekelt zij het kloosterwezen als de verbastering des christendoms, de scholastiek als de ontaarding der bijbelsche theologie enz. Lichtgeraakt, met verwoede heftigheid opstuivend bij de minste tegenspraak, greep hij bij zijn bestrijding van tegenstanders naar alle wapens zonder onderscheid. Hoewel de hervorming niet minder vijandig gezind dan de r.-kath. kerk, die hij overigens in naam trouw bleef, bevatten zijn geschriften reeds alle grondgedachten der reformatie. Zijn aan den paus opgedragen en van een latijnsche vertaling voorziene uitgave van het nieuwe testament diende Luther als grondslag voor zijn bijbelvertaling. De door E. in zijn De recta latini graecique sermonis prouunciatione dialogos (1528) aangegeven uitspraak van het klassieke grieksch wordt in hoofdzaak nog heden door de geleerden gevolgd. De beste en volledigste uitgave der werken van E., die allen o/d index werden geplaatst, is die van Leclerc (10 dln., Leiden 1703—6). E. heeft te Rotterdam een standbeeld.

< >