Gepubliceerd op 20-01-2021

Darmfistel

betekenis & definitie

Pijpzweer of gang in het darmkanaal, die het inwendige van de darmbuis met de buitenste lichaamsoppervlakte of met een omgelegen hol orgaan, b.v. de pisblaas, of met een ander darmstuk in verbinding stelt; de D. stelt meestal een nauw kanaal daar, door hetwelk zich gedurende de spijsvertering een deel van den darminhoud naar elders begeeft; naar de plaats aan welke de D. ligt, onderscheidt men dundarm-, dikdarm-, en eind- of mastdarmfistels, de eerste zijn zeer zeldzaam, de mastdarmfistels komen daarentegen veelvuldig voor. De fistels tusschen maag, dunne of dikke darmen en de buitenste lichaamsoppervlakte ontstaan hetzij na een beleediging (schot, messteek), of door een langzame, soms ook kankerachtig verzwering, welke in den darm begint. De fistels of kanalen welke- de heelkunde aanbrengt bij mastdarmkanker door opening van het gezonde deel van den darm, of bij breukoperatiën, door den gezonden darmwand aan de huid te hechten en met deze te laten vergroeien, heeten kunstmatige aars (zie ook Darmkanaal bij Mensch). De behandeling der D. is meestal zeer langdurig, daar de darminhoud de heeling van den fistelgang stoort; bij tuberculeuse of kankerachtige gezwellen is wegens de algemeene ziekelijkheid van het organisme genezing zelfs bijna onmogelijk.

< >