(arab. Doemyât) Egyptisch gouverneurschap aan de Middell. zee, omgeven door de provinciën Gharbieh en Dekalieh, 904 km2, groot, 44.000 inw. De gelijknamige hoofdstad, gelegen onder 31° 25’ N.B., aan den rechteroever van den grooten oostelijken Nijlarm, 8 km. van diens monding in de Middell. zee, 4 km. van het Mensalekmeer, eindstation der spoorlijn Tanta-Damiette, heeft een aantal zeer schoone moskeeën, meerdere badhuizen, bazars, is zetel van een koptischen bisschop, en telt 35.000 inw.; de voorheen aanzienlijke industrie dezer stad is thans ingekrompen tot een weinig wollen stoffen1'abrikage; de handel is nog steeds aanzienlijk (rijst uit de omgeving, zout en gezouten visch naar Syrië, Klein-Azië en de havens der Egeïsche zee) De door twee forten bestreken riviermonding is zeer ondiep en vergunt slechts kleine schepen binnen te loopen. In de nabijheid van D. lag voorheen de stad Thamiatis, die ten tijde der kruistochten, toen het als de sleutel van Egypte gold, meermalen belegerd en eindelijk in 1249 door Lodewijk den Heilige veroverd, echter kort daarop door den mameluk Melik es Saleh heroverd, en ten slotte door den egyptischen sultan Bibar volkomen verwoest werd; zij werd daarop een weinig zuidelijker, op haar tegenw. plaats herbouwd; in 1798 werd zij ingenomen door de Franschen, die hier op 1 Nov. 1799 onder Kléber een belangrijke overwinning op de Turken bevochten; weinig later echter werd zij hen door de Engelschen onder Sidney Smith ontnomen en aan de Turken teruggegeven, die haar in 1833 aan Egypte moesten afstaan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk