Gepubliceerd op 14-03-2021

Cornelis zweerts

betekenis & definitie

nederl. dichter, 1669 —1740, verwierf ook naam als toonkunstenaar en schilder. Van zijn dichtstukken noemen wij: Jacoba van Beieren (1690) en De verliefde Grijn bedrogen (1712), tooneelstukken; Mengelzangen en zinnebeelden (1694), Leerzame fabelen (1704), Dichtkundige zinnebeelden (1730).

Zijn zoon Philips Z., overl. te Amsterdam 1773 en notaris aldaar, maakte naam met de tooneelstukken De beloonde deugd en de gestrafte wreedheid (1723), Semiramis of de dood van Fixus (1729), Scipio (1737) en Medea (1740), treurspelen; Gedichten (1745).

< >