Gepubliceerd op 14-03-2021

Cornelis zillesen

betekenis & definitie

nederl. schrijver, overl. te Rotterdam 1828; meest werken over de vaderl. geschiedenis, o. a.: [i]Onderzoek der oorzaken van de opkomst, het verval en het herstel der Vereejiigde Nederlanden; Geschiedenis der Vereenigde Nederlanden van 1793 tot 1798.

[/i]

Hendrik Zillesen

geb. 1854 te Amsterdam, prom. in 1880 te Leiden tot doctor in de rechtswetenschap, op proefschrift: Over administratieve rechtspraak, 1881—89 commiesgriffier der Tweede Kamer; van 1889—99 idem der Eerste Kamer; is sedert 1899 griffier van de Eerste Kamer. Werken: De ivet tot invoering van het Welhoek van Strafrecht (1886), Het Wetboek van Strafvordering, zooals het gewijzigd is in 1886, met toelichting dier wijzigingen.



Willem Jan Zillesen

Nederl. letterkundige, 1774—1834, zoon van Corn. Z., was rector te Middelburg, Arnhem, Rotterdam (zijn geboorteplaats) en Amsterdam, en gaf, behalve eenige Orationes een Leven van Cicero naar het Engelsch van Middleton in het licht.

< >