Gepubliceerd op 20-01-2021

Cornelis pierre thibault bigot

betekenis & definitie

Nederl. tooneelspeler, monologist, tooneelschrijver en regisseur, geb. te Amsterdam, 24 April 1838 : aanvankelijk bestemd voor bet uitgeversvak en reeds opgeklommen tot (dief eener drukkerij kwam hij in 1857 als dilettant aan het tooneel, genoot eenige opleiding van Albregt en anderen, besloot zich geheel aan de tooneelspeelkunst te wijden, en debuteerde 1 Dec. 1860 in List tegen List (Vaudevilles Français, Amsterdam); bij maakte achtereenvolgens deel uit van allerlei Nederl. tooneelgezelschappen: in 1885 vierde hij als regisseur aan het Grand Théâtre zijn zilveren jubileum als kunstenaar ; in 1888 werd bij met Blaaser en Kreukniet directeur van Salon des Variétés: ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum (Dec. 1900) bewerkte hij het blijspel Baddoctoren (van Van Maurikj, opgevoerd inliet Grand Théâtre. Zijn meest bekende creaties zijn Janus Tulp, Harpagon, Tartuffe, Onkel Brasig, Belfégor (in Paljas) enz.: hij schreef een 20-tal tooneelstukken, als Dirk de Porder, en vertaalde er ruim honderd uit allerlei talen.

< >