Gepubliceerd op 20-01-2021

Coriolanus

betekenis & definitie

Bijnaam van den romeinschen patriciër Gnaeus Marcius, uit het geslacht der Marcia gens, en een der beroemdste legeraanvoerders der oudheid; hij verwierf zijn eerste lauweren in den strijd tegen de verdreven Tarquinii en maakte zich daardoor reeds een naam. Doch door zijne streng aristocratische gezindheid wekte hij reeds vroeg te Rome haat tegen zich op. In het jaar 493 v. C. vocht hij met roem tegen de volskische stad Corioii, droeg veel bij tot de verovering der stad en verkreeg daardoor den bijnaam Coriolanus ; Niebuhr, misschien niet ten onrechte, beweert dat deze naam slechts zijn patronaat aanduidde. Volgens Dionysius en Plutarchus onderscheidde hij zich ook nog in een slag tegen de Antiaten, die onmiddellijk op deze verovering volgde. In 492 v. C. maakte hij van een te Rome heerschenden hongersnood gebruik om in overeenstemming met den senaat (volgens anderen wilde hij zijn plan daardoor bereiken, dat hij, ten einde zich wegens eene mislukte poging om consul te worden, op het volk te wreken, het door honger zocht te dwingen) aan de plebejers de volkstribunen te ontnemen, weshalve hij door deze, ten einde hem zoo aan de volkswoede te onttrekken, gedagvaard en toen hij niet verscheen, tot ballingschap veroordeeld werd. Hij vond een toevlucht bij de Volsken in Antium, alwaar hij een gastvriend, Tullius, had. Beiden haalden Volsken over tot een oorlog tegen Rome, en namen het opperbevel over het volskische leger op zich. Na vele steden genomen te hebben, verscheen Mareius met zijn leger voor Rome (volgens Dionysius en Plutarchus deed hij verscheiden strooptochten), plunderde overal de bezittingen der plebejers, spaarde daarentegen die der patriciërs, waardoor hij wantrouwen te Rome schijnt verwekt te hebben, want, terwijl de senaat er zich tegen verklaarde, drong het volk op den vrede aan. In de richting van de cluïlische gracht verwoestte Marcus het romeinsche gebied. De ontevredenheid te Rome nam toe en nu werd een gezantschap naar de legerplaatst der Volsken gezonden, maar op den eisch van Marcus, om aan dc Volsken het hun ontnomen gebied terug te geven, leden de onderhandelingen schipbreuk (volgens anderen bood men hem het opheffen zijner verbanning aan, waarna hij nog de genoemde voorwaarde stelde). Ben tweede gezantschap van priesters bleef evenzeer zonder gevolg. Maar een derde was gelukkiger; dit bestond uit romeinsche vrouwen, aan wier hoofd de vrouw van Marcus, Volumnia, zich bevond, benevens hare kinderen en zijne moeder, Veturia. Eerst weigerde hij haar verzoek, doch liet zich eindelijk tot den aftocht bewegen. Hij trok zich in het gebied der Volsken terug, doch werd aldaar op aanhitsing van den vertoornden Tullius vermoord Volgens Pabius Pictor, een der oudste geschiedschrijvers, stierf hij daarentegen op hoogen leeftijd in ballingschap. Dit geheele verhaal omtrent Coriolanus, hetwelk door Plutarchus en andere geschiedschrijvers zeer is opgesmukt, wordt overigens door Niebuhr in een lateren tijd geplaatst.

< >