Een groep harde, eerst bij hooge temperatuur smeltende, barnsteenachtige harsen, voor het grootste deel afkomstig van thans uitgestorven boomsoorten: zoo worden de West-Afrikaansche C.-soorten in Angola, Benguela en Siërra Leone, gevonden in een dicht bij de aardoppervlakte liggende, uit mergel, zand en leem bestaande laag. Het Kauricopal, dat de laatste jaren veel in Europa gebracht wordt, is herkomstig van Nieuw Zeeland en Nieuw-Caledonië. Ook Oost-Afrika, Zuid-Amerika en Oost-Indië leveren C Het smeltpunt der C. soorten ligt tusschen 180° en 340°; zij zijn varieerend van kleur, van citroengeel tot kleurloos. Bij sterke verhitting ontwikkelen zich aromatisch riekende dampen, welke gecondenseerd de copalolie vormen, die een goed oplossingsmiddel voor vele C.-soorten is. Voor de bereiding van eopalvernis en copallak gebruikt men tot het oplossen der C. meest een mengsel van terpentijnolie en lijnolie, nadat men de C. vooraf gesmolten heeft; van groote en doorschijnende stukken C. worden, evenals van barnsteen, sieraden vervaardigd. (Zie ook Vernis).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk