(markies) engelsch staatsman, geb. 1797, overl. te Londen 1863, kwam in 1818 in het parlement, verliet evenwel, omdat zijn geavanceerde denkbeelden aan zijn familie mishaagden, het land en vestigde zich in Italië. In 1822 werd hij weder parlementslid, kort daarna gouverneur van Jamaica, in 1834 lord-zegelbewaarder in het kabinet Melbourne, in 1835 lordluitenant van Ierland, kwam daar op een goeden voet met O’Connell, doch werd op aanstoken der Orangisten, in 1839, teruggeroepen.
Hij erlangde nu de portefeuilles van oorlog en koloniën, daarna die van binnenlandsche zaken, welke bij behield tot 1841. Van 1846 tot 1852 was hij gezant te Parijs, werd dit in 1854 te Florence en bleef daar tot 1858, toen de regeering hem om zijn sympathieën voor Oostenrijk terugriep. Hij schreef verschillende romans, o. a. Matïlda (1825), Yes and No (1828), Clorinda (1829), A year of revolution (1857), een dagboek over de gebeurtenissen der Fransche omwenteling van 1848, en een aantal politieke brochures.
