Jamaika, een der Groote Antillen, ligt ten z. van Cuba, wordt door het kanaal van J. of de Windwardpassage van Haïti gescheiden, en is door zijn ligging en zijn voortbrengselen de belangrijkste engelsche bezitting in West-Indië. Het is een kroonkolonie, 10.859 km.2 (of met de Turks- en Caymanseilanden 12.018 km.2) groot en telde in 1900: 753.115 bewoners (364.723 mannen, 388.392 vrouwen), w.o. ongeveer 500.000 negers, 125.000 personen van gemengd ras, 15.000 blanken, verder oost-ind. koelies, chineezen enz.
In het n.o. van J. verheffen zich de wildromantische Blauwe bergen, wier hoogste punt, de Blue-Mountain-Peak, 2243 m. hoog is en die uit graniet- en syenietporphier, ardesiet, cretaceïsche conglomeraten en schieters bestaan. Het westen is minder bergachtig (hoogste punt hier is de Bull-Head in de Clarendonbergen), hier en daar karstachtig (Cockpit country) en voornamelijk opgebouwd uit tertiaire kalkgesteenten. Niet meer dan 1/30 van het eiland is vlak. Van de vele rivieren is alleen de Black-River bevaarbaar (40 km.). Op vele punten komen minerale bronnen voor. De over het geheel zeer steile kust heeft op een lengte van 825 km. 16 goede havens en daarenboven nog een 30-tal bochten met goede reeden.
Het klimaat is tropisch warm; de gemiddelde temperatuur in Januari bedraagt 24.3°, die van Juli 27.6° C. De vlakten zijn ongezond (gele koorts enz.), op de bergen is het klimaat gezond. In het zuiden heeft men twee regentijden per jaar (Mei—Juni en Nov.—Dec.); in het n.o. valt de meeste, in het z.w. de minste regen. De bodem is vruchtbaar en brengt alle tropische gewassen voort. Verbouwd worden nog inzonderheid suikerriet, koffie, bananen, kokospalmen, cacao. Ook de veeteelt is zeer belangrijk.
De wouden bevatten kostbare houtsoorten, als mahonie- en campechehout. Op vele plaatsen worden bruikbare delfstoffen gevonden (lood, koper, zilver, zink enz.). Behalve de genoemde producten voert het eiland nog aanzienlijke hoeveelheden der bekende Jamaicarum uit (in 1900 ter waarde van 142.144 pd. st.). In het geheel bedroeg de uitvoer in 1900: 1.797.077, de invoer 1.722.069 pd. st.; 63 % van den uitvoer gaat naar de Vereenigde Staten, 19 °/0 naar Engeland. De voornaamste havenplaatsen zijn de hoofdstad Kingston, Morantbaai, Port-Morant, Montego, Lucea, Falmouth.
Aan het hoofd der kolonie staat een gouverneur, die wordt bijgestaan door een raad en een wetgevend lichaam, samengesteld uit gekozen en benoemde leden. In 1900 telde de kolonie 746 staatsscholen met 61.219 leerlingen; verder waren er tal van private en bijzondere scholen, 4 opleidingsscholen voor leerkrachten. De inkomsten der kolonie bedroegen over het boekjaar 1900/01: 906.037, de uitgaven 917.653; de openbare schuld 3.824.782 pd. st.
J., voorheen Haimaca (woud- en waterland) geheeten, werd door Columbus op zijn tweede reis, in 1494, ontdekt en kreeg in 1514 op koninklijk bevel den naam van Isla de Santiago. Diego, Columbus’ zoon, was de eerste gouverneur van J. Onder de spaansche heerschappij werden de talrijke inlanders, de Arrawaken, op gruwzame wijze vervolgd, zoodat de bevolking sterk verminderde. In 1655 vermeesterden de Engelschen het eiland, dat nu den naam van J. kreeg. De bevolking groeide nu weer aan en ook vestigden zich hier vele planters van Barbados en kolonisten uit het moederland. Een vreeselijke aardbeving in 1692, die de geheele oppervlakte een andere gedaante gaf, en de daarop volgende pest deden de bevolking weer afnemen. Deze bedroeg in 1834: 358.836 zielen en op het tijdstip van de afschaffing der slavernij waren er 322.000 slaven. Een in Oct. 1865 in het district van Port-Morant uitgebroken opstand der kleurlingen werd met geweld onderdrukt. De tergende wreedheid, wmaraan de toenmalige gouverneur Eyre zich jegens de opstandelingen had schuldig gemaakt, had tengevolge dat hij in Dec. 1865 teruggeroepen werd, terwijl voor het overige eenige verandering in het bestuur werd gebracht, in 1885 gevolgd door nieuwe wijzigingen. Literatuur: Sawkins, Bnports on the geology of J. (Londen 1869), Gardner, A historg of J. (ald. 1873), Stark, Illustrated J. Guide (Boston en Londen 1898), Hill, The geology and physical geogrnphy of J. (Cambridge 1899), Livingstone, Black J. (Londen 1900), Paasche, lm Fluge durch J. and Cuba (Stuttg. 1900).