fransch philosoof uit de school der Encyclopedisten, geb. 1715 te Parijs, aldaar overl. 26 Dec. 1771, was voor het beroep van financier bestemd en verkreeg in 1738 de winstgevende betrekking van generaal-pachter, welke hij evenwel weder spoedig opgaf, om zich in den omgang met de eerste mannen van zijn tijd, met d’Alembert, Diderot, Holbach, in afzondering aan de wetenschappen te wijden. In 1764 reisde H. naar Engeland en Duitschland en vond vooral aan het hof van Frederik II een eervolle ontvangst.
Later woonde hij te Parijs. Locke’s Versuch über den menschlichen Verstand was de aanleiding tot zijn hoofdwerk: De l’esprit (Parijs 1758, nieuwe uitg. 1843 en 1880), dat als gevaarlijk voor den staat en den godsdienst, op bevel van het parlement, in 1759 verbrand werd; een tweede, De l’homme, de ses facultés intellectuelles et de son éducation (2 dln., Londen 1772), verscheen eerst na zijn dood. Een volledige uitgave van zijn Oeuvres verscheen te Parijs 1796, 14 dln., en ald. 1818, 3 dln. H. is beslist sensualist en materialist. Alle voorstellingen brengt hij terug tot den indruk van buiten ons staande voorwerpen op onze zintuigen; alle werkzaamheid spruit voort uit de aangeboren eigenliefde, het streven naar zinnelijke lust en den afschuw van zinnelijke onlust (tegenzin). Wie zichzelven zoo gebruikt en van dienst is, dat hij anderen niet schaadt, maar veeleer hun welzijn bevordert, is de waarlijk goede mensch. Zijn schoone en geestige gade, geboren freule de Ligneville, geb. 1719, overl. 12 Aug. 1800, trok zich na den dood van haar man terug te Auteuil, waar haar huis het middelpunt werd van een kring van geleerden en kunstenaars.