Gepubliceerd op 20-01-2021

Ciliata

betekenis & definitie

Een der beide hoofdafdeelingen van de klasse der afgietsel- of aftrekseldiertjes, Infmoria; hoofdkenmerken: de lichaamsoppervlakte is geheel ot ten deele met trilharen of bovendien met andeie grootere bewegelijke haren of borstels bezet; een mondopening is bijna altijd, een aarsopening meestal aanwezig; steeds is minstens één samentrekbare blaas voorhanden, alsmede een kern, die een voortplantingsorgaan is. De meest gewone wijze van vermenigvuldiging is die door zelfdeeling, de meesten overdwars, anderen (familie der Vorticellidae) overlangs; door de zelfdeeling kunnen de ciliaten zich binnen betrekkelijk korten tijd op verbazende wijze vermenigvuldigen; uit op waarnemingen gegronde berekeningen geeft Balbiani aan, dat uit een individu der soort Stylonychia mytilus (zie Oxytrichidae) in eene maand onder begunstigende omstandigheden ruim 54000 nieuwe individuen ontstaan.

De orde der C. wordt doorgaans gesplitst in twee onderorde:

1. Endinidia. (een ontwikkelde mondvoorhof, peristomiuni, aanwezig, door de beweging der langs de randen daarvan geplaatste baartjes, wordt liet voedsel op passieve wijze .naar den mond gevoerd. Men onderscheidt in deze onderorde nog een viertal natuurlijke groepen:
a. P c r i t r i c h a (het kriiigvormige of spiraalvormige, niet haartjes bezette peristomium staat aan het vooreinde des lichaarns: het overig lichaam is meestal naakt, soms nog voorzien van een gordel van trilhanrtjes of van enkele grootere haartjes; familien: Vorticellidae, Halteridae, Ophryoscolecidae),
b. H e t e r o t r i e h a (twee stelsels van haartjes: grootere langs de randen van het meestal spiraalvormig, soms spleet- of zakvormig peristomium, dat zich aan het lichaamsvooreinde of aan de buikzijde bevindt, en kleinere op evenwijdige rijen geplaatste baar, tjes aan bet overig lichaam, familien: Spirostomidac; Stentoridae, Tintinnidae, Eursaridae);
c. llolotricha (liet geheele lichaam is gelijkmatig bezet met kleine baartjes, die op min of meer regelmatige rijen staan, en waaronder zich die van liet peristomium weinig of niet door grootte onderscheiden; familien: Cinetochilidae, Colpodidae);
d. Hypotrieha (alleen baartjes aan de buikzijde des lichaarns; familie Oxytrichidae).

:

2. A. (1 i ii i (1 i a. feeu peristomium ontbreekt of het is rudimentair; het grijpen van liet voedsel geschiedt op actieve wijze). Deze onderorde wordt doorgaans gesplitst in twee natuurlijke groepen:
a. A in e t a b o 1 i e a (lichaamsgedaaute niet veranderlijk, familien: Clilamydodontidae, Euclieiidae); is. Metabolica (de lichaamsgedaante is door saamtrekking veranderlijk; familien.: Nassulidae, Lacrymaridae, Trachelidae.

De meeste Ciliaten zijn vrijlevende dieren, die vooral talrijk in de zoete wateren met weinig stroom, tusscheii kroos enz. rondzwemmen of zich aan de oppervlakte van deze en andere waterplanten bewegen; ook in de zee konten vele soorten voor, die zich tusschen het wier eu o]i voor den golfslag beschutte plaatsen ophouden; hunne voortbeweging geschiedt deels door de trilharen, die een . strooming in bet beu omringende water teweegbrengen, deels door de grootere haren en borstels, waarop sommigen zelfs als o]) pootjes zich loopeiule voortrocieu. Er zijn echter ook vele ciliaten, die gedurende het grootste deel van hun leven vastgehecht zijn, b.v. de aan ecu steel bevestigde Vorticellidae; anderen scheiden aan hun liehaamsoppervlakte een hulsel af, waarin zij zich als in een kokertje kunnen terugtrekken. Hoewel klein zijn zij tamelijk saamgesteld in bewerktuiging, zij nemen de hoogste plaats in onder de Protozoen. Men heeft een levendigeu strijd gevoerd omtrent de vraag of zij al of niet als eencellige wezens moeten beschouwd worden,

< >